Sensorische informatieverwerking
Sensorische informatieverwerking is het vermogen om informatie via de zintuigen op te nemen, te selecteren en aan elkaar te koppelen. Deze informatie komt uit ons eigen lichaam en uit onze omgeving. Door onze ogen, oren, evenwichtsorgaan, spier- en gewrichtsgevoel, reuk, smaak en tast worden prikkels ontvangen en verder verwerkt in ons centraal zenuwstelsel. Dit gebeurt bij ieder mens de hele dag door, zodat we geïnformeerd blijven en in staat zijn op een goede manier te reageren. De sensorische informatieverwerking vormt de basis van de motoriek, het leervermogen en het sociaal emotioneel functioneren.
Problemen in de sensorische informatieverwerking kunnen er heel divers uit zien. Het kind kan hyperactief zijn en moeite hebben om stil te zitten of juist weinig bewegen en daardoor afwezig of moe ogen. Regelmatig zijn er daarnaast moeilijkheden met de grove en fijne motoriek. In hun gedrag kunnen kinderen impulsief zijn en snel afgeleid raken. Hierdoor is het vaak lastig om taken te plannen, organiseren en af te ronden. Andere kinderen kunnen moeite hebben met nieuwe situaties wat zich uit in het vermijden van bepaalde prikkels of sneller dan anderen boos, gefrustreerd of angstig reageren.
Als kinderoefentherapeut richt ik mijn behandeling bij problemen in de sensorische informatieverwerking voornamelijk op deze drie zintuigen: het evenwichtsgevoel, het spier- en gewrichtsgevoel en de tastzin. Voor meer informatie over deze zintuigen kijk op deze pagina: veelgestelde vragen.
Wat betreft de andere zintuigen kunnen er wel passende adviezen voor thuis en eventueel op school worden gegeven.
Voorbeelden van kinderoefentherapeutische hulpvragen gerelateerd aan de sensorische informatieverwerking:
- regelmatig vallen/botsen/stoten/struikelen
- van streek raken tijdens dagelijkse verzorging als aankleden, haren wassen/knippen, nagels knippen, tanden poetsen
- moeite hebben met stilzitten en continu in beweging zijn
- passief zijn en snel vermoeid raken bij bewegen
- moeite hebben met het organiseren en uitvoeren van taken thuis of op school bijv. knutselwerkjes of aankleden
Als de hulpvraag van het kind en/of de ouders alleen gericht is op gedrag zoals concentratieproblemen, emotieregulatie (boosheid) of (faal)angst dan valt dit niet onder de behandeling van een kinderoefentherapeut en kan ik het kind helaas niet in behandeling nemen.
Onderzoek
Vooraf aan de eerste afspraak worden er door ouders en evt. school een aantal vragenlijsten ingevuld. Dit om een beeld te krijgen van de algemene ontwikkeling en interesses van het kind en de sensorische informatieverwerking in het bijzonder. In de praktijk worden er (bewegings)spellen gedaan om te zien hoe het kind op prikkels reageert.
Aan het einde van de eerste afspraak wordt direct de conclusie en het advies m.b.t. eventuele behandeling gegeven. Een uitgebreid onderzoeksverslag met behandeldoelen en adviezen voor het dagelijks leven wordt (zo veel mogelijk binnen 2 weken) in het gratis en beveiligde online portaal Beweegwereld geplaatst. Ouders/verzorgers kunnen deze zelf downloaden en printen voor school of andere betrokkenen.
Behandeldoelen
Het doel is verandering aan te brengen in de manier waarop het zenuwstelsel van het kind de sensorische informatie organiseert, zodat het kind beter in staat is tot interactie met de wereld om zich heen. Interactie houdt o.a. in: motorische coördinatie, aandacht kunnen richten op een taak en zelfverzorging. Verbetering zal dan ook in deze dingen merkbaar moeten worden.
Behandeling
De therapie ziet er uit als spel, waarbij het kind zelf een grote inbreng heeft. De activiteiten zijn echter zo opgezet en ontworpen dat ze de juiste sensorische informatie verschaffen en de daarop passende reactie uitlokken.
Het is de bedoeling dat er thuis ook actief geoefend wordt om de behandeldoelen te bereiken. De meegegeven oefeningen en adviezen kunnen hiervoor in Beweegwereld worden ingezien.
Daarnaast krijgt de omgeving van het kind uitleg over de sensorische informatieverwerking van het kind en adviezen om toe te passen in dagelijks leven. Bij kinderen vanaf ongeveer 6 jaar wordt er ook psycho-educatie aan het kind gegeven m.b.t het leren omgaan met prikkels.
Tijdens de behandelperiode wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders, de arts en de school. Hoelang een kind therapie nodig heeft varieert, na onderzoek zal er altijd een prognose worden gemaakt en waar nodig wordt er doorverwezen naar meer passende zorgverlening.